Er lijkt een soort betovering van uit te gaan, een ongrijpbare charme vanaf te stralen

Literair vertalen: jezelf vakkundig onzichtbaar maken

Sinds 1985 vorm ik met Yond Boeke een literair vertaalduo. We vertalen Italiaanse literatuur naar het Nederlands en hebben zo langzamerhand tachtig werken op onze naam staan. Onze voorkeur gaat uit naar laat negentiende-eeuwse, vroeg twintigste-eeuwse literatuur – denk aan Alessandro Manzoni, Tomasi di Lampedusa en Giovanni Verga. Maar we maakten ook uitstapjes naar vroegere perioden (Giordano Bruno) en naar de twintigste- en eenentwintigste eeuw (Paolo Cognetti, Andrea Bajani en Umberto Eco). In 2023 wonnen we de Filter Vertaalprijs voor een keuze uit de verhalen van Luigi Pirandello, Geluksvogels. We zijn beiden als docent verbonden aan de Vertalers Vakschool (https://www.vertalersvakschool.nl) in Amsterdam.

‘Ach, dat kan mijn nichtje ook’

Als mensen mij vragen wat ik doe, lopen de reacties uiteen. Er zijn mensen die wat knikken, en ‘Interessant’,  of ‘Ja, ja’ mompelen. Wellicht werd de vraag alleen uit beleefdheid gesteld, of verloren ze bij het horen van het begin van mijn antwoord al iedere interesse. Reacties als ‘Ach, dat kan mijn nichtje ook’  blijven tegenwoordig uit, waarschijnlijk omdat er steeds meer over vertalen wordt gepubliceerd en het vak daardoor wat zichtbaarder lijkt te zijn geworden.

Het overgrote deel van de mensen waarmee je in gesprek komt vinden vertalen en vertalers echter interessant en fascinerend – er lijkt een soort betovering van uit te gaan, een ongrijpbare charme vanaf te stralen. Bewondering is je deel. Soms heb ik dan het gevoel als een soort tovenaar beschouwd te worden. Het lijkt er in die gevallen wél op dat er een soort besef is van hetgeen vertalen inhoudt: je moet creatief zijn, een grote woordenschat bezitten, alles begrijpen wat je leest, dikke boeken vertalen, zelf heel veel lezen. Al dit soort dingen worden er over jou verondersteld. En die zijn allemaal waar. Maar dat is alleen maar de oppervlakte. Dat soort mensen wil meestal het naadje van de kous weten: hoe doe je dat eigenlijk, vertalen? En die ‘onwetendheid’ is eigenlijk helemaal niet zo vreemd, want hoe moeten ze weten wat een vertaler (M/V) werkelijk doet? Tja… wat doen we eigenlijk?

Naar de letter

Woordenboeken geven over het algemeen slechts een zeer algemene definitie van vertalen. ‘Overbrengen van de ene taal naar de andere’ bijvoorbeeld. Maar er is veel meer aan de hand dan alleen dat. Om te beginnen met iets dat op het eerste gezicht logisch lijkt: elke literaire vertaler moet de tekst die hij vertaalt als een autonome entiteit beschouwen, als een gesloten wereld, en moet ervan uitgaan dat elk element in deze entiteit zijn eigen, specifieke, expliciet bedoelde betekenis, plaats en functie heeft, en dat die niet inwisselbaar is. Is de brontekst rafelig en zijn de zinnen vreemd? Als de schrijver gerenommeerd is en je dus geen vraagtekens hoeft te (mág!) zetten bij deze ogenschijnlijke onvolkomenheden, dan is het jouw taak om ervoor te zorgen dat de doeltekst ook rafelig is, en dat de zinnen vreemd blíjven. Zoals gezegd: de belangrijkste taak van de vertaler is om de tekst als autonome entiteit te onderkennen én te respecteren. En dat kan alleen als je als vertaler álle betekenissen en subtiliteiten van de elementen die je tegenkomt (onder)kent en als je in staat bent alle connotaties en associaties te herkennen die de verschillende elementen oproepen. Alleen dan zul je in staat zijn al deze elementen adequaat en goed te vertalen. Alleen dan zul je de lezer van de vertaalde tekst dezelfde leeservaring kunnen verschaffen als de lezer van het originele werk. Want dat is je doel.

Als brontaal en doeltaal tot dezelfde taalfamilie behoren, zul je als vertaler in de regel niet voor al te grote problemen worden gesteld. Als dat niet het geval is, zul je gedwongen worden bepaalde ‘onbegrijpelijke’ elementen te herformuleren of te expliciteren. Dus om de originele tekst waarheidsgetrouw en getrouw weer te geven word je als het ware gedwongen tussenbeide te komen, word je gedwongen talloze minimale wijzigingen door te voeren – wijzigingen, ja, maar wel legitieme wijzigingen. Op het allereenvoudigste niveau kun je in deze denken aan de vertaling van bijvoorbeeld het Italiaanse cadere dalle nuvole. Naar de letter vertaald betekent dat ‘uit de wolken vallen’, maar letterlijk vertaald, let wel, létterlijk vertaald, betekent het ‘met stomheid geslagen zijn’. De verwarring, zo je wilt, die het woord 'letterlijk' oproept, is een van de voornaamste redenen dat mensen die geïnteresseerd zijn in vertalen, en studenten for that matter, in de war raken als ze moeten nadenken over wat vertalen inhoudt. Vertaal je letterlijk? Ja, en nee. Letterlijk betekent niet uitsluitend woord voor woord, naar de letter, naar de woordenboekbetekenis vertalen, maar de feitelijke betekenis overbrengen – en dat je soms dus moet ingrijpen.

Ingrijpen

En door dat ingrijpen verandert de oorspronkelijke tekst onherroepelijk in iets nieuws. En niet alleen door de vrij evidente verandering van de taal. Er verschijnt een tekst die heel erg lijkt op de vorige, maar die dat tegelijkertijd niet is: omdat boeken in verschillende vormen en maten verkrijgbaar zijn, heeft de tekst een nieuwe fysieke uitstraling gekregen, is hij op ander papier gedrukt, voelt hij heel anders aan, enz. Hoewel het boek op bijna elk niveau is veranderd en de lezer wéét dat hij een vertaling leest, zal hij, als de vertaling goed is, geen idee hebben van al de talloze veranderingen en zal hij, zoals hierboven al gezegd, dezelfde leeservaring hebben als de lezer van het oorspronkelijke werk. Een goede vertaler zorgt ervoor dat de conversie van de ene taal naar de andere zodanig wordt uitgevoerd dat deze conversie ogenschijnlijk helemaal niet heeft plaatsgevonden. Al het werk dat er is verricht, moet onzichtbaar zijn, mag niet storen: de lezer mag zich er niet van bewust zijn.

Terwijl op veel andere gebieden goed vakmanschap zichtbaar is in het uitgevoerde werk, zal het werk van een vertaler alleen zichtbaar zijn als het slecht is uitgevoerd. En hier ligt onze paradox: wil een vertaler kunnen schitteren en ‘zichtbaar’ zijn, dan moet het vakmanschap dat in zijn werk naar voren komt onzichtbaar en niet-detecteerbaar zijn.

 

Patty Krone, juni 2024